Gutatemala-City
HotelDonderdag en vrijdag 14/15 september
Na een vermoeiende reis van in totaal 27 uren (lange wachttijden, vele
douanecontroles, overstappen) kwamen we vermoeid aan in hotel in
Guatemala-city.
Maar de heenreis was nog niet voltooid want de volgende dag moesten we
nog eens 8 uren rijden voor we in Tucurú, zusterdorp van onze Nuenense
parochie, arriveerden. We werden daar hartelijk ontvangen door de
'padres' en aan de tortillas met toebehoren gezet.
Naderhand nog voldoende energie om al meteen een hele discusie te
voeren, niet alleen over de parochie maar vooral over de
sociaal-politieke situatie van Guatemala.
De
hoofdweg naaar Tucurú
De corruptie-praktijken zijn nu zo erg dat er in het parlement een
crisis is ontstaan, vooral toegespitst op het niet toelaten van
stopzetting vervolging daders massaexecuties tijdens burgeroorlog. En
dan is het vandaag nog wel Nationale Feestdag.
De delegatie uit Nuenen met hun gastheren op de foto.
Staande van links naar rechts:
Jan van Rooij, padre Arnoldo, Marieke Feuth, padre Antonio José en
Johan Ebberink
Op de bank van links naar rechts:
Maria Loonen, Gemma van den Hooff en Roland van Pareren.
Aankomst
in Tucurú
de
markt
Zaterdag 16 september
Om zeven uur zaten we met de padres, Antonio José en Arnoldo aan het
ontbijt. Nog wat katterig van de lange reis, maar ook beduusd van de
gastvrijheid die ons hier - in een van de armste regio's van het land
- geboden wordt. De groep slaapt in de pastorie, in kamers met
badkamer, en er is een gezamenlijke woonkamer met een koelkast,
speciaal voor ons gevuld met bier en water, en een lade vol met
chipjes. 'Ons huis is jullie huis', zegt padre Arnoldo steeds - maar
Marieke vindt het beter dan thuis, zeker als het over je welkom
voelen, gastvrijheid, verwend worden zelfs, gaat. Drie keer per dag
hoeven we maar aan te schuiven voor een warme maaltijd. Af en toe
pannenkoeken bij het ontbijt! En voor Marieke, herstellend van een
zware griep, werd er door Arnoldo zelfs anti-griep-thee op tafel
gezet.
bijeenkomst op zaterdagochtend
Zaterdagochtend om 9.00 dan de bijeenkomst met de verschillende
vertegenwoordigers van de parochie. Tucurú is zeer uitgestrekt: er
zijn 30.000 inwoners van wie een deel in het 'centrum' woont, waar de
hoofdkerk staat en waar wij logeren, maar daaromheen liggen 14
gemeenschappen, vaak hoog in de bergen, die ook weer zeer uitgestrekt
zijn. Die gemeenschappen hebben een eigen kapel, waar bewoners zelf
samenkomen en die worden bezocht door de padres en catechisten.
Er is in de gemeenschappen grote behoefte aan onderwijs, maar dit is
moeilijk te realiseren door de afstanden en een gebrek aan middelen.
Is de weg van de asfaltweg naar Tucurú al onverhard en ruig, veel
gemeenschappen zijn zeer afgelegen en alleen te voet bereikbaar. Een
aantal deelnemers aan de bijeenkomst was om 04.00 thuis lopend
vertrokken om om 9.00 bij ons te zijn... Om lessen in dankbaarheid zit
de reisgroep bepaald niet verlegen. Tijdens de bijeenkomst
presenteerden de 30 deelnemers zich, en ook de verschillende
gemeenschappen en werkgroepen. Pastoraal werker Antonio, zuster Martha
en de vrijwilligers van het sociaal pastoraat ('diaconie'),
dorpsoudsten, catecheten. Vertegenwoordigers van de gemeenschappen van
onder andere San Antonio, Las Flores en San Geronimo.
Bijzondere indruk maakte Abelardo, een twintiger die sinds 2 jaar het
jongerenpastoraat leidt. Hij vertelde hoe moeilijk het is om jongeren
betrokken te houden bij de kerk, en met welke problemen zij te maken
hebben. Met name werkloosheid is een groot probleem. Zijn
zelfbewustheid en charisma waren buitengewoon. Als de jeugd de
toekomst heeft... Dan kunnen mensen als Abelardo wonderen doen. De
groep presenteerde ons een Mayaritueel en 'heilige' traktaktie:
chocomelk met een soort tortilla. Uiteraard stelde ook 'Nuenen' zich
voor. Dit alles steeds door uitstekend en intensief vertalen door
Gemma!
We vertelden over hoe onze kerk en samenleving met name te maken
hebben met de gevolgen van vergaande individualisering: mensen beleven
hun spiritualiteit niet alleen buiten de institutionele kerken, maar
kunnen zich uberhaupt moeilijk binden aan een traditie of gemeenschap.
Dan de cadeaus.
Gemma vertelde uitgebreid over de zegeningen in de Hooidonkviering en
over Marietje, die met zoveel liefde en toewijding rozenkransen maakt.
We hadden er precies genoeg voor iedereen en ze werden als een sieraad
gedragen! De pastoor nam de paaskaars in ontvangst. En de foto's,
verzorgd door Petra van Laarhoven en Anneriet Driesen, waren een schot
in de roos. Mensen in Tucurú hebben amper een voorstelling van hoe ons
land en ons leven eruitzien, en bekeken de foto's met heel veel
interesse en ook verbazing. De foto's van het gilde van Nederwetten,
waar groepslid Jan vendelier is, zorgden voor herkenning, want hier
spelen de confradia's (broederschappen) een belangrijke rol. Het
was een indrukwekkende bijeenkomst, vanwege alle armoede waarover we
hoorden, maar ook vanwege de kracht en toewijding waarmee pastores en
vrijwilligers die proberen te verlichten.
De kerk vormt hier een basisgemeenschap zoals we die in het westen
niet meer kennen: waarin het geloof in Christus direct verbonden is
met de ervaring van concreet lijden. Niet voor niets zie je hier veel
afbeeldingen van een gekruisigde Christus te midden van gekruisigde
Guatemalteken nu.
Misschien dus niet verrassend dat zij zich directer en gemakkelijker
met zowel lijden als verlossing in het christendom kunnen
identificeren. Na de bijeenkomst volgde een lunch, bezoek aan het
dorpsplein waar het feest van San Miguel in volle gang was, en 's
avonds de presentatie van de reisgroep in de Spaanstalige mis. Gezien
de enorme hitte en vochtigheid, én de vele, vele wierook die hier
wordt gebrand, mochten we trots zijn op hoe we de ingestudeerde
Taizeliederen ten gehore brachten. Ook hier heette de pastoor ons
uitgebreid welkom. Hij sprak over hoe belangrijk het is om de
Mayacultuur te koesteren, die ons verbindt met de aarde en met onze
voorouders.
Wat zij ons aan wijsheid en traditie meegeven, zei hij, mogen we
herkennen niet als een last, maar als een geschenk, een gave van
onschatbare waarde. En dat wij uit Nederland zover hebben gereisd om
díé cultuur te leren kennen, dat draagt zeker aan de trots en het
behoud ervan bij. Natuurlijk stelde Gemma de groep nog voor: een warm
applaus - en een warm gevoel, zo welkom te zijn.
Zondag 17 september
Op zondagochtend in Tucurú geen gregoriaans en geen orgelspel, maar
swingende Marimbamuziek! En wierook, heel veel wierook. Een dampende
kerk, ook van enthousiasme.
Vandaag was de ochtendmis in het Ket'chi, een van de plaatselijke
Mayatalen. De inheemse rituelen zijn hier in de katholieke ritus
geïntegreerd. De mis wordt er zintuiglijker op dan in Nederland: er is
veel te zien (kleurrijke gewaden, bloemen, kaarsen, gebaren), te horen
(knallende Marimba, maar ook gillende peuters en blaffende honden, die
hier vrijelijk rondlopen) en ook te ruiken (wierook en... ons zweet).
dienst op zondagochtend
Heilig is voor de Ket'chi: wat nodig is om te leven: de aarde, de
elementen - in het bijzonder mais, cacao, licht.
De metafoor van het zaaien en oogsten is hier heel belangrijk: wij
mensen zaaien, maar wat er daarna gebeurt - dat is allemaal gave,
geschenk van moeder aarde, met de zon, licht en water. Tussen ons
zaaien en oogsten zit, met andere woorden, een wereld van gulheid en
dankbaarheid.
Ook nu weer klonken er warme woorden van welkom: dit keer van padre
Arnoldo Tun, die in de bergen hier is opgegroeid en dus Ket'chi
spreekt. Hij is pas twee jaar priester en werkt sinds zes maanden in
Tucurú, maar zijn charisma en betrokkenheid maken indruk. Hij preekt
uit zijn hoofd, midden in de kerk tussen de mensen staand, en hoewel
we zijn taal niet spreken, zijn zijn emoties en uitdrukkingen zo
levendig dat we vaak toch begrijpen wat hij bedoelt. En gelukkig is
pastoraal werker Antonio er ook nog voor de vertaling in het Spaans en
Gemma weer voor het Nederlands.
'Onze parochie is jullie parochie' zegt Arnoldo, want we zijn allemaal
kinderen van dezelfde aarde en dus allen broeders en zusters -
toevallig (?) dezelfde woorden als waarmee 'pastora' Marieke de groep
in haar beste (niet zo beste) Spaans introduceerde.
Arnoldo vertelt dat we vandaag niet alleen met drie talen samen zijn -
Nederlands, Spaans en Ket'chi - maar met nog veel meer inheemse talen
die allen in Tucurú worden gesproken. Kunnen we elkaar dan nog
verstaan? Ja! Want hoe onze talen en culturen ook mogen verschillen,
we gaan allemaal dezelfde weg van het leven, zoekend naar dezelfde
God.
de maaltijd smaakt uitstekend!
Na de viering discussiëren we tijdens de lunch uitgebreid over de
verschillen tussen kerk en liturgie in Nederland en Guatemala. Is de
gemeenschap hier hechter, of gewoon ook meer op elkaar aangewezen?
Waarom kan deze liturgie sommige groepsleden zoveel meer raken dan die
in Nederland? In hoeverre heeft dat te maken met de liturgie en in
hoeverre met de culturele context. Duidelijk is, dat we in Nederland
misschien wel érg cerebraal zijn, terwijl in Tucurú het dagelijks
leven met al zijn facetten veel meer op de voorgrond treedt. We
besluiten: het gaat niet om het polariseren van de verschillen, maar
om zien waar we dankzij die verschillen van elkaar kunnen leren. De
culturen zijn met andere woorden complementair.
Na de lunch gingen we op pad naar Las Flores, een van de afgelegen
gemeenschappen. Een hobbelige maar mooie rit van twee uur. Ook hier
een prachtige viering in het Ket'chi, met net weer andere
Maya-elementen. De bezoekers hadden veel plezier in de introductie
door Gemma, en omdat ze ook wel benieuwd waren naar de Nederlandse
taal, sprak Marieke in het Nederlands, door Gemma vertaald in het
Spaans en vervolgens door Antonio in het Ket'chi:
'Wij zijn heel blij dat we hier zijn. Dank jullie wel! Wij zijn hier
om jullie te ontmoeten en van jullie te leren. We zijn onder de indruk
en diep geraakt door jullie cultuur, jullie geloof en jullie leven. We
hopen dat jullie er trots op zijn want ook wij leren er veel van. We
nemen ze mee in onze gedachten, in ons gebed en in ons hart - mee naar
Nederland. Vrede en alle goeds!'
Nog amper bekomen van alle indrukken, wachtte er alweer een
verrassing: een uitgebreide maaltijd van plaatselijke specialiteiten.
En wéér waren we onder de indruk: dat mensen die zo weinig hebben,
zoveel geven...
Op de terugweg naar 'huis' bezochten we het vormingscentrum van de
zusters van San Vicente de Paul. Hier krijgen dertig meisjes en jonge
vrouwen een integrale opleiding: lezen en schrijven, catechese maar
ook dansen, zingen en huishoudelijke vaardigheden. De meisjes zijn
afkomstig uit de hele regio, en omdat zij meestal uit arme gezinnen
komen, is het niet gemakkelijk dit onderwijs te blijven financieren.
Van sommigen ontvangen ze donaties in de vorm van bonen of mais, en
zelf maken ze spullen om te verkopen.
De meisjes waren net hun dans aan het demonstreren, toen een geweldig
onweer uitbrak en het licht uitviel. Gelukkig konden we later
vervolgen en zongen zij ook nog een lied. Hoe goed en belangrijk hun
opleiding ook is, helaas is er na hun afstuderen amper werk als
onderwijzeres te vinden. Of, preciezer gezegd: er is grote behoefte
aan leraren, maar geen geld om ze te betalen. De vraag is dus welk
perspectief hun opleiding dan biedt.
Zuster Martha denkt wel, dat ze de vaardigheden en het zelfbewustzijn
dat ze hier leren, mee nemen naar wat zij in de samenleving ook gaan
doe.
Voldaan maar wel zeer moe en vol van alle indrukken komen we in Tucurú
thuis. Een koud biertje - met dank aan de padres! - gaat er dan wel
in. We praten nog na over hoe we al deze ervaringen en contacten
willen meenemen in de plannen van de jumelage tussen de parochies. Nu
we hier zijn, is het contact overduidelijk zeer goed, maar hoe gaat
dat als we weer in Nuenen zijn? Wat voor contact kunnen we met onze
nieuwe hermanos houden, en hoe verhouden zich dan de kwaliteit (we
voelen ons verbonden) en de kwantiteit (we wisselen emails uit)? We
vermoeden dat in Tucurú vriendschap zich afspeelt hier en nu, en dat
die zich in tijd en plaats niet in de vorm van afspraken en
telefoontjes uitstrekt... Is de vraag wat de verwachtingen van Tucurú
zijn van de jumelage, hier uberhaupt verstaanbaar; en moet je dan een
antwoord verwachten in onze 'afsprekerige' en 'uitsprekerige' taal?
Heel zinvolle maar complexe vragen. Gelukkig zijn we hier nog niet
weg!
Maandag 18 september
Tucurú
Dit is de dag van bezoek aan de onderwijsprojecten, die wij
ondersteunen. We gaan de weg op naar drie Maya-gemeenschappen in de
omgeving. In elke gemeenschap wonen een paar honderd menden
verspreid over de berg. De jongens en meisjes krijgen tweemaal
per week les (de rest van de week werken ze op het land) van een
onderwijzeres die met hen in een oud vervallen lokaaltje oefent in
rekenen en Spaans. Ze spreken slechts Po Kom 'chi of Quech 'chi.
De kinderen vertellen ons hoe gemotiveerd ze zijn om na het
basisonderwijs verder te willen leren in een beroep. Helaas is de kans
op werk niet groot voor hen. Ouders vertellen bijna huilend hoe blij
ze zijn dat wij de cursussen financieel ondersteunen met onze
stichting . Ze hopen op een beter leven voor de jonge generatie; een
ontsnapping uit de armoede en hen verder verlossen van de frustratie
dat de overheid de Maya's links laat liggen: geen goede wegen, geen
onderwijs, maar slechts tegenwerking van een corrupte overheid.
Wij luisteren geëmotioneerd en kunnen alleen maar beloven ons best te
doen verder geld te genereren om hen te helpen.
Leerling
dankt voor studeermogelijkheid en vertelt hoe belangrijk
dat is niet alleen voor hem is naar ook voor zijn
gemeenschap.
Onderwijzeres
samen met een moeder van een leerling. Moeder dankt
uitgebreid in eigen inheemse taal en vraagt om
voortzetting financiele hulp.
Studieboek
Spaans
We bezoeken ook een tuinproject waar met onze hulp van alles verbouwd
wordt zoals papaya's, koffie, ananas, bananen, ...
Papaya's
Bananen
Gastvrij
onthaal met hapjes en drank
een paradijsje. De potentie van het land is groot maar dan moet eerst
de cirkel van: geen educatie - geen sociaal-economische toekomst -
geen educatie, doorbroken worden.
Dinsdag 19 september
Dinsdag rustdag! En: vergaderdag. Na een bezoek aan de markt en het
internetcafé spreken Gemma en Johan met de pastores van Tucuru over de
mogelijkheden om een landbouwproject voor jongeren op te starten. Het
enthousiasme is er in elk geval, dus hopelijk wordt dit onderwerp nog
vervolgd.
In de middag discussieert de reisgroep over de jumelage tussen de
parochies. Ondertussen is gebleken dat communicatie met de pastores
via email hier zeer duur en problematisch is. Facebook werkt wel goed.
Wat zijn onze en hún verwachtingen van de uitwisseling en hoe geven we
die vorm? Hoeveel contact is nodig om je verbonden te blijven voelen?
We denken samen ook na over de verhouding tussen de activiteiten van
de stichting Nuenen-Guatemala en de verwerking en duiding hiervan in
het licht van het evangelie door de parochie.
's Avonds spreken we met de pastores over de politieke situatie in
Guatemala: morgen zullen er in het hele land demonstraties zijn tegen
de corruptie en straffeloosheid onder de regering van president Jimmy
Morales.
Voor de meeste leden van de reisgroep (Marieke komt volgend weekend
nog terug) is dit de laatste avond in Tucurú. Padre Arnoldo roept ons
bijeen, en hij en Antonio Jose spreken emotionele woorden over ons
bezoek. Ze zijn heel dankbaar dat we er waren en hopen met ons
verbonden te blijven.
Er zijn in Tucurú veel problemen, maar de padres doen alles wat ze
kunnen om die te verlichten; onze betrokkenheid en interesse zijn
daarbij belangrijk. Het emotioneert en bemoedigt de padres dat hun
strijd - de strijd van de mensen voor wie ze werken - voor een
menswaardig bestaan, wordt gezien en gesteund. Zo kunnen we elkaar
bekrachtigen in ons verlangen en streven naar een betere wereld, het
rijk Gods.
Ook wij spreken onze dank uit: ook voor ons zijn de afgelopen dagen
samen met hen indrukwekkend en emotioneel geweest. In Nederland zijn
we zo vrij, zo veilig en zo rijk... En toch soms zo arm aan
verbondenheid en vreugde. We spreken ook onze dank uit voor de
vorstelijke ontvangst: dat de mensen hier, in de armste regio van
Guatemala, die zo weinig hebben, ons zoveel hebben gegeven... daar
zijn eigenlijk geen woorden voor. Marieke vertelt dat het geloof en
het leven hier haar als persoon én als pastor hebben veranderd. En:
onze parochie is hun parochie - dus wie weet, op een dag in Nuenen...
We krijgen ook nog een afscheidscadeau: een typisch Guatemalteekse
handgemaakte tas met prachtige inhoud.
afstand
Tucurú-Cobán is 58 km (Google Maps)
Zondag nemen we definitief afscheid: dan treffen de padres die met
Marieke uit Tucurú komen, de rest van de groep voor een lunch in
Tactic.
Morgen reizen we naar Cobán. We zullen de mensen en de goede zorgen in
Tucurú missen! We zien wel uit naar de verkoeling die Coban belooft:
in Tucurú is het 34 graden en vochtig, in Cobán belooft het een stuk
frisser te zijn.
Woensdag 20 september
Cobán
Cobán is een stad van ongeveer 66.000 inwoners. Een rustig stadje.
Maar vandaag niet. Er vindt, net als in andere steden van Guatemala,
een protestmars plaats tegen president Morales, ook wel denigrerend '
paljas' genoemd.
Hij probeerde een wet door te drijven waarbij oorlogsmisdadigers van
de massamoorden in de jaren tachtig vrijuit zouden gaan. De protesten
liepen uit op een grote manifestatie tegen de enorme corruptie van de
regering en haar rijke elite.
Wij kwamen te laat aan in Cobán om de manifestatie te kunnen bijwonen.
Maar zagen nog wel de borden en de tv-beelden.
De bevolking komt in verzet. Zal dit president Morales verdrijven en
een omkeer brengen in Guatemala?
donderdag 21 september
Cobán
In het hotel in Cobán voor het eerst sinds een week een warme douche!
En wifi. Op een reis als deze zijn beide bron van grote vreugde.
Na een wandeling door de stad mogen we na de lunch heel enthousiast
onze reisgenoten Jan en Maria begroeten, die drie dagen afzonderlijk
op pad zijn geweest naar Tikal, om de beroemde Maya-ruines te
bezoeken. Dat was, vertellen ze, zeker de moeite waard. We zijn blij
dat ze weer bij ons zijn.
Daarna hebben we een heel interessant en informatief gesprek met
antropoloog en Maya-specialist Ruud van Akkeren, die 'het Maya-volk
zijn geschiedenis heeft teruggegeven'. We bewonderen de vele beelden,
stenen en het weefwerk in zijn huis, en vanaf zijn balkon hebben we
prachtig uitzicht over de stad. Na een week in Guatemala is het
verhelderend om van gedachten te wisselen met iemand die zo goed is
ingevoerd in alle aspecten van het leven in Guatemala. En bedroevend,
om te worden bevestigd in onze indruk dat ongelijkheid en corruptie zo
diep in alle lagen van de samenleving zijn doorgedrongen. (zie
ook de brief van Fons en Marta Huet op deze website, klik HIER).
Ruud
van Akkeren
met
zijn nieuwste boek
Ruud doet onderzoek naar zowel de geschiedenis als het heden van de
Mayacultuur, en geeft hierover les aan verschillende universiteiten én
aan de Mayabevolking zelf, die amper kennis heeft van haar eigen
achtergrond en traditie. Een zelfbewustzijn, dat misschien wel een
noodzakelijke voorwaarde is om de Guatemalteekse cultuur van
ongelijkheid en corruptie te veranderen.
We spreken ook over Ruuds nieuwste studie, over de Popol Wuj - opnieuw
een onderzoek dat nieuw licht werpt op de vroegste geschiedenis en
studie van de Mayacultuur.
's Avonds volgt een ontmoeting met Fons Huet, die al meer dan twintig
jaar werkzaam is in Guatemala en voor verschillende sociale
organisaties werkt en medestichter is van Adici. (zie ook de brief van
Fons en marta Huet op deze website, klik HIER).
Fons Huet beschreef in een boek de verschrikkingen van de burgeroorlog
zoals de Maya's in en rond Cobán meegemaakt hebben.
Honderden mannen, vrouwen en kinderen werden, vaak na foltering,
vermoord. Als ze de bergen in vluchtten, werden hun daar hun
maısvelden verbrand zodat ze uit honger gedwongen werden weer
tevoorschijn te komen.
Na de oorlog probeerden de overlevenden de draad weer een beetje op te
pakken, maar de militairen bleven hun het leven zuur maken en van de
regering hoefden ze geen hulp te verwachten. De kerk en enkele
stichtingen, zoals die van Fons Huet, probeerden met name vrouwen van
vermoorde mannen of vrouwen die verkracht waren weer met psychische en
economische hulp op de been te krijgen.
Productie
en verkoop van shampoo
Vervaardiging
van borduurwerk
Zo worden ze geholpen met het opzetten van een
naai-atelier, het vervaardigen van zeep, lotions en andere verkoopbare
producten. Ze kregen therapieën aangeboden voor geestelijke hulp.
Geweldig werk, zo hebben we op dat atelier kunnen zien. Er worden ook
allerlei cursussen gegeven aan jongeren.
Voor het ' winkeltje' van onze stichting kopen wij een aantal
producten daar.
Vrijdag 22 september
Gemma en Maria uit onze groep zijn zo gegrepen door het bezoek aan
Adici gisteravond dat ze vanmorgen in alle vroegte nog weer daar naar
een cursusles weven gingen en met mooie foto's terug kwamen.
San Cristóbal
Ruud van Akkeren is een Nederlandse antropoloog die zijn sporen heeft
verdiend in onderzoek van Maya-cultuur. Hij heeft belangrijke
ontdekkingen gedaan over het leven van de Mayas on de klassieke
oudheid en was onderzoeker in Tikal. Zijn missie is echter het
overbrengen van zijn kennis aan de huidige Mayas. Die hebben namelijk
geen idee van hun eigen culturele historie.
Ruud reist vandaag met ons mee en brengt ons on San Cristóbal eerst
naar een klein museum. Gerzon, een jonge student, heeft dat met zijn
eigen vondsten van Maya aardewerk opgezet om daarmee voorlichting te
geven aan huidige Maya's. Het ministerie van cultuur zelf is namelijk
nauwelijks tot niet geïnteresseerd in het verbinden van de Maya's met
hun eigen cultuur.
Museum
van Gerzon: kopje uit 250 vóór tot 250 na Chr.
Lerares
en leerling in weefkunst
Vervolgens rijden we naar een groep volwassenen die les van Ruud
gekregen hebben over hun eigen cultuur. Na die cursus heeft hij hen
zelf verder onderzoek laten doen naar hun eigen afkomst, tot aan de
archieven in Guatemala-city toe. De groep draagt nu hun kennis weer
over op scholen e.d. Het is belangrijk om eigen wortels te leren
kennen en daarmee de eigen identiteit terug te vinden.
We gaan met een van de groepsleden mee naar zijn atelier.
Oswald
met muurschildering
Politieke
prent van Oswald.
Het is de kunstenaar Oswald Perez. Hij maakt onder andere prachtige
muurschilderingen vol met Maya-symboliek en politieke prenten. Hij zou
graag eens naar Nederland komen voor een muurschildering.
Tot slot bezoeken we een museum van recente Maya-attributen.
Zaterdag 23 september
Deze zaterdag splitst de groep zich op voor twee dagen: Marieke gaat
terug naar Tucurú; de rest van de groep: Johan, Jan, Gemma, Roland en
Maria bezoeken Rio Negro.
Tucurú (Marieke)
Na drie uur in de bus ben ik terug in Tucurú. Het voelt als thuiskomen
en zo word ik ook onthaald: het is net lunchtijd en na een blijde
begroeting met veel knuffels kan ik meteen aanschuiven. We praten over
wat de padres en de werknemers in de pastorie al op Facebook hadden
gezien van de bezoeken en belevenissen in Cobán en San Christobal.
Mijn kamer is al klaargemaakt. De mensen in de pastorie zijn ontroerd
dat ik voor hen ben teruggekomen; ik ben ontroerd dat ik zo welkom
ben.
Gelukkig is er ook nog werk aan de winkel. Arnoldo gaat zijn broer,
die in Tucurú heeft gelogeerd, terugbrengen naar San Geronimo. Hun
hele familie woont daar en Arnoldo is er opgegroeid: omdat hij al jong
zijn vader verloor, moest hij het gezin onderhouden en werkte van
maandag tot en met zaterdag op de finca. Op zondag liep hij dan naar
Tucurú voor zijn vorming, en later studeerde hij - als lid van de
congregatie van missionarissen van het heilig bloed - in
Guatemala-stad en Colombia.
De weg slingert lang en steil omhoog, het uitzicht op deze hoogte is
schitterend. Drie keer staan we een half uur stil omdat een
graafmachine de weg repareert die door de regen grotendeels is
weggeslagen. Na drie uur - inmiddels valt er alweer zware regen -
verschijnt onder de kardamomplanten een groepje mensen. Hier hebben we
met de familie afgesproken omdat de rest van de weg omhoog
onbegaanbaar is.
we
kunnen niet verder
de
weg wordt gerepareerd
Zij zullen de meegebrachte zakken rijst twee kilometer omhoog dragen
over het bergpaadje naar het dorp. Er is er geen electriciteit en geen
stromend water. De mannen vertrekken 's nachts, omdat zij twee uur
moeten lopen naar de finca (plantage) waar ze werken. De schoonheid
van de natuur en de zachtaardigheid van deze mensen contrastreert
scherp met hoe hard het leven hier is.
In de Spaanse avondmis is het een hartelijk weerzien met de mensen die
ik vorige week had ontmoet. Ze vertellen blij te zijn dat ik hun plek
blijkbaar voldoende de moeite waard vond om naar terug te keren. Ze
blijven me maar bedanken; terwijl ik maar blijf zeggen dat hen alle
dank toe komt. We weten samen niet meer of erom moeten lachen of
huilen.
De lezing is die van het loon van de werkers in de wijngaard. Antonio
José vergelijkt deze met de ervaringen van de parochianen, van wie er
vele op de finca's werken. De vragen die de lezing oproept, zijn voor
hen maar al te concreet en herkenbaar. Je krijgt toch enkel loon naar
werken? En iemand die de halve dag niks heeft gedaan, verdient toch
zeker niet meer dan jij, die de hele dag hebt staan zwoegen? ... Maar
toch. Hebben we dat schamele dagloon niet allemaal nodig, om
onze familie, onze kinderen te voeden? Is Gods barmhartigheid er
niet voor iedereen, ongeacht zijn of haar verdienste?
In de rest van de viering zie ik opnieuw: Een God die zijn volk
bevrijdt uit slavernij, die de armen en onderdrukten zal verlossen -
het is hier allesbehalve een abstract beeld of een vage belofte. Het
is bittere realiteit en dus ook een zeer concreet verlangen.
In de voorbeden wordt gebeden voor de rijke landen, dat zij hun ogen
niet sluiten voor wat hier speelt en leeft. Opnieuw realiseer ik me
hoe belangrijk het voor deze mensen is om gezien te worden - erkend in
hun lijden en in hun strijd. Het draait niet alleen om financiële
ontwikkelingshulp. Want behalve aan gebrek aan middelen en politieke
en economische gerechtigheid, lijden mensen hier ook aan een gebrek
aan kennis over hun eigen geschiedenis, gebrek aan respect voor hun
cultuur en vooral gebrek aan eigenwaarde. Alsof ze niet beter zouden
verdienen.
's Avonds tijdens het eten praat ik er met de padres over verder - in
mijn beste Spaans, hun beste Engels en onze handen en voeten en
gezichtsuitdrukkingen. We wisselen muziek uit waar we van houden en
praten over de verschillen en overeenkomsten tussen onze parochies.
Onze situaties konden niet verschillender zijn, maar het is leuk om te
merken dat we ons werk eigenlijk toch proberen te doen in dezelfde
geest - strevend naar dienstbaarheid, gelijkwaardigheid en het
vertalen van het evangelie naar de vragen en verlangens van mensen
hier en nu. Na de ontmoetingen in Tucurú zal ik het evangelie nooit
meer met dezelfde ogen lezen.
Rio Negro (Johan, Jan, Gemma, Roland en Maria)
Rond half tien zwaaien we Marieke uit, die voor een weekend terugkeert
naar Tucurú. Wij rijden verwachtingsvol naar een lodge in Rio Negro.
Maar daar moeten we wel eerst wat voor doen. Een flink eind buiten
Cobán slaan we een onverharde weg in. Ma een poos flink gehobbeld te
hebben stoppen we voor een slagboom, waar militairen onze lijst met
paspoortnummers bestuderen en ons toelaten tot het terrein van Inde,
de energiemastschappij van de hydrocentrale. Ons busje rijdt
vervolgens zigzaggend de wand van de stuwdam op.
Boven aangekomen wacht ons een bootje dat ons dwars over het stuwmeer
voert naar de aanlegsteiger van het bergpaadje naar de lodge. In de
hitte beklimmen we de steile berwand en zo'n 75 meter hoger komen we
eindelijk aan op de lodge. Minder comfortabel dan we gedacht hadden:
vieze badruimte, matrassen op de vloer in een gezamenlijke slaapruimte
met honden die etenswaar uit je tas halen. Maar de lunch is prima.
Op
de boot over het stuwmeer
Gedenksteen
in museum voor slachtoffers
Capili
Chi Ixim in Tac-Tic
Naast de lunchruimte ligt staat een klein stenen gebouwtje waar het
woord ' museo' op staat. Er staan drie vitrines in met wat oude Maya
spulletjes. Tegen de wand hangen foto's. Ze gaan vooral over de
periode begin jaren tachtig toen er on het Mayadorpje een
massaslachting plaatsvond door het leger als tegenactie tegen het
verzet van de bevolking tegen de komst van de dam. Hun dorp zou door
het stuwmeer weggevaagd worden. Don Sebastian vertelt hoe zijn moeder,
zijn vader en broer na foltering om het leven gebracht werden. Ik wend
mijn blik naar het prachtig groene dal waar nu vredig een groot meer
ligt, maar waar op grote diepte een tragedie heeft afgespeeld,. Het
persoonlijk verhaal van Don Sebastian is nog niet af.De overlevenden
werden naar een buitenwijk van Rabinal gedeporteerd, zonder enig
toekomstperspectief.
Een aantal heeft de moed gehad terug te keren naar Rio Negro om zich
hogerop de berg opnieuw te vestigen. Sommigen van ons wagen de
moeilijke tocht over steile paadjes om het dorpje te bezoeken.
's Avonds bekijken we de film 'Discovering Dominga' dat gaat over een
klein meisje dat weet te vluchten terwijl haar ouders gedood worden.
Haar zusje overleeft de vlucht niet en zij komt na omzwervingen via
een opvang bij Amerikaanse adoptie-ouders terecht. Als jong volwassene
ontdekt ze haar afkomst en zoekt weer contact met de overgebleven
familie en dorpsgenoten. Ze bindt samen met anderen de juridische
strijd aan tegen de schuldigen. De rest van de avond blijft bij ons
een bedrukte stemming hangen...
Zondag 24 september (Marieke)
De laatste keer naar de mis in het Ket'chi. Ook Arnoldo preekt
vanochtend over de werkers in de wijngaard. Voor mij was de nacht kort
geweest, want ik wilde per se in het Spaans in de viering spreken - en
dat kostte heel wat gepuzzel met vertaalprogramma'tjes op internet.
Gelukkig komt er tegen de ochtend per mail nog hulp van de familie
Santana uit Nederland. En: het lukt! Antonio vertaalt mijn Spaans weer
in het Ket'chi:
"Lieve broeders en zusters, ik heb geen woorden om uit te drukken wat
jullie mij hebben gegeven. Jullie broeder- en zusterschap,
gastvrijheid, een nieuw geloof en inspiratie dat wij ons samen kunnen
blijven inzetten voor een betere wereld, met meer liefde: het rijk van
God.
Wij hebben heel veel geleerd van jullie cultuur, jullie geloof en
jullie hele leven.
We hebben ook gezien hoeveel armoede er hier is, ongerechtigheid en
discriminatie.
Weet dat wij in gedachten en in gebed altijd bij jullie zijn, aan
jullie zijde, in jullie strijd voor meer welzijn, meer onderwijs, meer
eigenwaarde en meer gerechtigheid in Tucurú.
Jullie hebben een prachtige cultuur, waarop jullie trots op mogen zijn
[applaus]; en jullie hebben pastores - voortrekkers van jullie volk -
waar jullie trots op mogen zijn. [applaus].
Heel veel hulde en... grote dank!
Jullie hebben mijn geloof veranderd en zijn in Nederland in mijn gebed
en mijn hart.
Dus: geen gedag, maar tot ziens!"
Het afscheid na de viering van de parochianen is emotioneel. Ik
verbaas me erover hoe verbonden ik me na een week voel met zoveel
mensen van wie ik de taal amper spreek. Wat een armoede hier, wat een
lijden; en wat een kracht, veerkracht, vriendelijkheid en rijkdom aan
verbondenheid met moeder aarde en al haar schepselen. Veel van de
vrijwilligers die we de eerste dag ontmoetten zie ik opnieuw terug, de
dorpsoudsten uit San Antonio en San Geronimo, en ook zuster Martha is
er met haar grote groep jonge vrouwen. Rudolpho, de koster die ook in
de pastorie woont. De Marimba-spelers.
Mensen vertellen me blij te zijn dat ik zowel hun armoede als hun
rijkdom - hun kwetsbaarheid én hun kracht - heb gezien; dat ze in
allebei niet alleen worden gelaten. Maar ja, ik ga over een week weer
lekker terug naar mijn comfortabele leventje in Nederland. Zij blijven
hier. En is het dan genoeg om wat vaker geld over te maken naar goede
doelen; is het genoeg om alleen dat te geven waarvan je zélf denkt dat
je het kan missen? Ik vrees - en hoop - dat ik het antwoord hier wel
heb gevonden. Er valt nog veel te geven, als ik minder bang word te
verliezen.
Een oudere dame, vrijwilliger in het 'sociale pastoraat' in Tucurú,
zegt: ook de liefde en het respect van een medemens, die van zo ver
weg voor óns is gekomen, zijn een grote gave. Dan schiet niet alleen
het Spaans, maar ook het Nederlands tekort en wijzen we naar ons hart
en beloven veel voor elkaar te bidden.
Tactic (allen)
Met Antonio José, Arnoldo en Antonio race ik naar Tactic, over een weg
die door de regenval van vannacht wederom door rotsen is bezaaid,
deels is weggeslagen en deels is veranderd is een zijstroom van de
Polo'chic. Daar wachten Jan, Johan, Roland, Gemma, Maria en Henry
(onze chauffeur, maar inmiddels ook vriend en een beetje groepslid),
die twee heel indrukwekkende dagen in Rio Negro hebben doorgebracht.
Daarover kunt u lezen in het andere verslag op deze website.
Het is een fijn en hartelijk weerzien. We trakteren onze vrienden op
een snelle lunch (ze hebben vanmiddag nog een viering in Las Flores,
drie uur rijden) en zij bedanken ons opnieuw voor ons bezoek en
spreken de hoop uit dat we contact houden. De afgelopen week hebben we
in elk geval een goed begin gemaakt door alle uitwisseling op
Facebook! Wij overhandigen hen een map met een dankwoord, de foto's
van onze parochie, de Taizéliedjes in drie talen en gebeden die we
hier in de viering inbrachten, het welkom van onze parochie aan de
pastores; en een donatie om hun goede werk hier voort te zetten.
We zijn hier altijd welkom, zegt Antonio José; maar wie weet, zien we
elkaar - ooit - in Nuenen?
Biotopo del Quetzal
We rijden door naar de Biotopo del Quetzal. Jammer genoeg regent het
pijpenstelen. Maar de bedden zijn schoon, de douche is warm en het
eten is heerlijk, dus we zijn dik tevreden. Morgen vroeg op om de
quetzal (bijzondere vogel en nationaal symbool, waarnaar ook de munt
vernoemd is) te spotten.
maandag 25 september
Vandaag hangen we even de toerist uit: een welkome afleiding na alle
indrukken. Dat betekent wel: om 6.00 uit de veren, want bij zonsopgang
heb je de meeste kans om de quetzal te spotten. Gelukkig waren de
meeste van ons al om 20.00 in slaap gevallen!
Dankzij de hulp van de eigenaar van de lodge zien we uiteindelijk
inderdaad de quetzal: 'Yo lo vi!' is hier een 'gevleugelde'
uitdrukking. We wandelen nog wat door het prachtige gebied.
Daarna genieten we van een heerlijk ontbijt en het rustige
koffiedrinken. En dan: naar Antigua!
Antigua
In Antigua hebben we geen afspraken of projecten, maar we willen er
wel 'inkopen' doen voor de stichting Nuenen-Guatemala. Die worden in
Nederland dan verkocht bij activiteiten, lezingen en vieringen.
Uiteraard komt de opbrengst geheel ten goede aan de projecten voor de
bevolking hier.
Natuurlijk 'shoppen' we ook voor familie en vrienden. Maria blijkt
opnieuw een uitstekende rekenaar én onderhandelaar: iedereen
profiteert van haar hulp bij het beoordelen en aanschaffen van
weefwerk, pennen, tassen en wat al niet meer. Opnieuw staan we stil
bij de afwezigheid van ons zevende groepslid, dat vanwege
gezondheidsproblemen op het laatst de reis moest afzeggen. En bij de
hulp van zovelen uit de Nuenense gemeenschap en parochie. We denken
aan jullie! Ik weet niet meer waar ik het heb gelezen, maar denk aan
deze frase:
'Alleen ga je sneller, samen kom je verder.
dinsdag 26 september
Antigua
Vandaag is een vrije dag. Hoewel ... sommigen onder ons gaan weliswaar
inkopen doen ook voor aanvulling van ons Guatemala winkeltje;
opbrengst is dan oor het goede doel.
Op eigen gelegenheid trekken we Antigua in om een en ander te
ontdekken: markten, musea, kerken, bijzondere straatjes ...
De foto's geven een korte impressie van de stad.
Woensdag 27 september
Antigua
Vandaag de tweede dag in Antigua. Gemma, Roland en Maria gaan erop uit
om mooie spullen te kopen om in Nederland voor de stichting te
verkopen; Jan en Johan wandelen en bezichtigen de stad; Marieke
wandelt en geniet van koffie en goede wifi zodat de verslagen weer
up-to-date zijn. Bij de Merced-kerk tref ik bij de ingang Vanessa, een
vriendelijke en enthousiaste vrouw die in een rolstoel zit en een
grote plastic bak vol met rozenkransen probeert te verkopen. Als ik
van haar begrijp dat ze de rozenkransen zelf heeft gemaakt, vertel ik
dat er in Hollanda, in Nuenen, óók zo'n leuke vrouw is die met zoveel
toewijding rozenkransen maakt. Marietje! Hoe vaak heb ik niet al aan
haar gedacht en hoe blij waren de parochianen in Tucuru met haar
rozenkransen! Een mooi idee dat we ook daardoor in gebed met elkaar
zijn verbonden.
Ik laat de foto's op mijn telefoon van Marietje en van de zegening van
de rozenkransen op Hooidonk zien. Vanessa vindt het heel mooi en ze
wil ook met me op de foto. Is het leven in Guatemala al hard, voor
mensen met een handicap, zoals Vanessa, is het zo mogelijk nog harder.
Er bestaat hier geen ziektekostenverzekering, er zijn amper betaalbare
medische voorzieningen en medicijnen zijn duur.
Vanessa dreigt alleen maar zieker te worden, omdat er geen geld is
voor medicijnen. Kan ik niet wat helpen? Ik geef wat ik kan. En koop
drie rozenkransen. De mooiste is voor Marietje.
In de middag rijden we door regen en mist naar Chichicastenango, waar
we morgen de markt bezoeken.
Donderdag 28 sept.
Chichicastenango
Donderdags is altijd de grote marktdag van dit stadje. Van heinde en
verre komen handelaren en boeren om hun spullen aan te bieden aan de
regio en toeristen.
Nog weer een dag om inkopen te doen voor het winkeltje van onze
stichting en voor onszelf. Bij onze terugkeer in Nuenen is de
verkoop-voorraad zeer goed aangevuld!
markt in Chichicastenango
vrijdag 29 september
meer van Atitlan
samen
in de boot
San
Juan
De
kerk van Santiago Atitlan
Vandaag wat anders dan weggeslagen wegen en stoffige straten: we gaan
het meer van Atitlan op! Met 19 kilometer lengte een van de grootste
meren ter wereld. Maya's geloven dat rond het middaguur de zielen van
hun voorouders hier naartoe worden gebracht. Vandaar dat het dan zo
hard waait.
We boffen met het weer: de zon schijnt, terwijl er regen was
voorspeld. Maar ondertussen weten we dat in deze periode het weer in
Guetemala veranderlijk en wisselvallig kan zijn. Het meer is prachtig,
omgeven met groen en door 12 vulkanen die de namen van de apostelen
hebben gekregen.
De eerste aanlegplaats is San Juan: een dorpje dat de afgelopen jaren
snel aan toerisme heeft gewonnen. De hoofdstraat is bezaaid met
souvenierwinkeltjes, koffietentjes en - onderscheidend voor deze
omgeving - schilderateliers. Hier kopen we kleine schilderijtjes om te
verkopen voor de stichting.
In San Juan bezoeken we ook een katoenatelier waar wordt
gedemonstreerd hoe katoen hier op traditionele wijze wordt gesponnen
(met de hand), geverfd (met planten en kruiden) en geweven (met een
heupweefgetouw). Maria en Johan mogen een poging wagen - en ze slagen
met vlag en wimpel! In San Pedro wordt er natuurlijk echte
Guatemalteekse koffie gedronken - de bijbehorende rum slaan we af,
want er staat vandaag nog meer op het programma.
Overal in Guatemala zijn Mayarituelen in de katholieke ritus opgenomen
(syncretisme) maar in de omgeving van Atitlan zijn zij beter bewaard
gebleven en in meer authentieke vorm gehandhaafd dan elders.
Katholieken heiligenbeelden hebben een heel eigen karakter gekregen
dankzij hun inheemse kleding en verhalen. Aan de inheemse heilige
Máximom worden alcohol, sigaretten en stropdassen geofferd. Het zorgt
voor een kleur- en geurrijk geheel.
In Santiago Atitlan staat namelijk de kerk, in de 16e eeuw opgericht
door Franciscaanse missionarissen, waar de martelaren van dit dorp
worden herdacht. Van begin jaren tachtig tot eind jaren negentig leed
de bevolking hier onder ontvoeringen, verdwijningen en massamoorden -
de reactie van het leger tijdens de burgeroolog op vreedzame
protesten.
Deze kerk was in deze periode een toevluchtsoord, waar vele families
iedere nacht kwamen om te slapen in de veiligheid die de kerk hen
bood. Maar in 1981 werd de pastoor, Stanley - 'Aplas' - Rother in de
pastorie van de kerk vermoord. Ook hij wordt hier op indrukwekkende
wijze herdacht.
De moorden zouden nog tot ver in de jaren negentig doorgaan.
30 september
Santa Lucía Cotzumalguapa
Hier zijn we gisteravond aangekomen. Voor het eerst een hotel met
zwembad, dus ... een frisse duik. Het regent weliswaar maar toch niet
voor niets, want het is boven de 30 graden.
Vandaag brengen we een bezoek aan een groep die zich verenigd heeft in
een stichting onder de naam AMDE ( Asociación Memoria Dignificación y
Esperanza). De groep bestaat uit familieleden van verdwenen
personen, vooral uit de jaten '80 t/m '83 ten tijde van de
burgeroorlog. De overlevenden moesten daarna niet alleen dat
verwerken, maar ook een nieuw bestaan opbouwen. Nu ziet de groep het
als voornaamste taak om de overblijfselen van hun geliefde man, vrouw
of kind terug te vinden en de daders ter verantwoording te roepen. De
durf om daarin doortastend tot actie te komen wordt echter belemmerd
door nog steeds hun angst voor de militaire en andere represailles. En
helaas helpt de kerk ook al niet mee, gezien haar huidige
conservatieve opstelling.
Grote katholieke voortrekkers zoals de vermoorde Walter Voordeckers,
zijn er niet meer. Op zijn graf staat: 'No hay amor más grande que
este: dar la vida por sus amigos.'
Gemma memoreert deze woorden nog eens tijdens de herdenking die wij
mogen bijwonen. ' Er is geen grotere liefde dan te sterven voor zijn
vrienden.' De herdenking bestaat uit het bidden van de
rozenkrans afgewisseld met intenties en Maria-liedjes.
Herdenken
van verdwenen personen
Een
lid van de groep laat een gedicht zien dat hij genaakt
heeft over de herdenking: hun strijd zorgt voor onze
strijd.
Het
graf van Padre Walter Voordeckers wordt bij onze komst nog
gauw even schoongemaakt.
Maar eerst werden alle namen van de doden door eenieder om de beurt
opgenoend; indrukwekkend en ontroerend.
Meerderen getuigen van hun strijd voor gerechtigheid en vrede en
danken voor onze aanwezigheid.
In hun land is de bestuurlijke, uitvoerende en juridische macht in
handen van enkele invloedrijke families en bedrijven gesteund door de
militairen. De groep heeft ook een jongerenafdeling die
vaak bij elkaar komt. Daar is de hoop op gevestigd. Dat de jeugd ziet
dat het corrupte land gevaarlijk naar de afgrond gaat en vanuit
universiteiten en vakbonden tegenstand komt
1 oktober
Guatemala-stad, Houston
de laatste dag in Guatemala-stad, tevens de laatste dag in Guatemala.
Maar, last but not least, ontmoeten we in de ochtend Jan Vandeveire
die al 53 jaar in Guatemala woont en werkt - eerst in verschillende
parochies, nu onder andere in het onderwijs op een pastorale school.
Het is interessant en informatief om met een 'insider' van gedachten
te wisselen over wat we de afgelopen weken hebben gehoord en gezien.
We horen van de uitdrukking 'Guate-mala, Guate-peor': het is hier 'van
kwaad tot erger'.
Zo leggen we aan Jan voor hoe geschokt we gisteren waren toen de
nabestaanden van verdwenen personen in Santa Lucia vertelden geen
enkele steun van kerkelijke instituties te ontvangen. De huidige
bisschop heeft veel Opus Dei-priesters in de parochies aangesteld, die
conservatief en rechts zijn georiënteerd en zich veelal aan de zijde
van de grootgrondbezitters scharen.
Gelukkig kan Jan dit beeld wel iets nuanceren: in de katholieke kerk
in Guatemala zijn - zoals overal - verschillende stromingen aanwezig.
Ook de bisschoppenconferentie is verdeeld en moet verschillende
standpunten verdisconteren. Officiële communiqués spreken zich
daardoor zelden duidelijk uit vóór sociale verandering en het doen van
recht aan de slachtoffers van de burgeroorlog.
Toch er zijn dus óók bisschoppen, priesters en leken die zich laten
leiden door de bevrijdingstheologie die in de jaren zeventig opkwam en
die in het evangelie een radicale oproep ziet om zich in te zetten
voor de bevrijding en emancipatie van mensen die lijden aan armoede,
onderdrukking en onrechtvaardige structuren.
Zo zet bisschop Bernabé van Santa Rosa zich in voor mensen die in de
mijnen werken: goud en zilver worden uit de rotsen gehaald met behulp
van gifstoffen die de grond en het drinkwater vervuilen. Bernabé
verzet zich hier fel tegen: deze vorm van mijnbouw vermindert immers
de toch al schaarse grond waarop de lokale bevolking eigen voedsel kan
verbouwen. Toch liggen hier, zoals overal in Guatemala, de zaken
gecompliceerd: degenen die werk vinden in de mijnbouw zijn maar al te
blij met het inkomen. Zo is de mijnbouw een splijtzwam geworden onder
de lokale bevolking.
Guatemala stelt ook, vertelt Jan, voor aangename verrassingen. Zo is
er een nieuwe generatie bevrijdingstheologen die nog niet zo bekend
is, maar wel degelijk hard aan de weg timmert. En, anders dan in de
jaren zeventig, maken nu ook vrouwen, en vrouwelijke theologen, deel
uit van de beweging. En: er is aandacht voor het belangrijke thema van
milieu en zorg voor de aarde. Er wordt in Guatemala veel gewerkt met
vereenvoudigde en geïllustreerde versies van Laudato Si, de
milieu-encycliek uit 2015 van paus Franciscus, die zich bovendien niet
alleen richt tot katholieken maar tot alle bewoners van onze aarde.
En in Guatemala-stad heeft parochie El Carmelio een voedselvoorziening
voor kinderen opgericht (in Guatemala is meer de helft van de kinderen
chronisch ondervoed). Honderdveertig kinderen krijgen hier drie keer
per week een ontbijt. Een druppel op een gloeiende plaat, maar iedere
druppel telt...
Ook in de politieke situatie ziet Jan sprankjes hoop: de deur die met
de protesten - de 'Guatemalteekse lente - in 2015 is geopend, kan niet
meer worden gesloten. Dat Guatemalteekse politieke partijen feitelijk
dievenbenden zijn die het staatsapparaat enkel gebruiken om zichzelf
te verrijken, wordt niet meer geaccepteerd en mensen gaan de straat op
om hiertegen te protesteren. Helaas is ook het democratisch systeem
zelf gecorrumpeerd: doordat de financiering van campagnes
ondoorzichtig is, kon na de protesten Jimmy Morales de verkiezingen
winnen - die vooruitgeschoven werd door nota bene de meest repressieve
krachten in het leger. Grootgrondbezitters, politici, kapitalistische
kopstukken en drugskartels hebben een pact dat onverbrekelijk lijkt.
... Een breekpunt dus. Enerzijds verzetten steeds meer mensen zich
tegen de corruptie en lijkt het proces van bewustwording niet meer te
stoppen; anderzijds hebben mensen de handen zó vol aan de dagelijkse
strijd om te overleven, dat er geen kracht is überhaupt om in opstand
te komen.
's Middags spreken we Toon Coolen, Nuenenaar die ook al meer dan
dertig jaar in Guatemala werkt. Hij neemt ons mee naar 'El refugio de
la niñez', waar meisjes worden opgevangen die slachtoffer zijn
geworden van seksueel misbruik, huiselijk geweld en mensenhandel. De
meisjes en hun ouders worden intensief psychologisch begeleid en leren
ook verschillende waarden: respect, eerlijkheid, vasthoudendheid,
eigenwaarde... We zijn onder de indruk van hun veerkracht en kopen
enkele van hun zelfgemaakte sieraden.
Later, tijdens een heerlijk diner in Las Americanas, praten met met
Toon Coolen na. Hij vertelt hoe zwaar en mooi het werken hier is; net
zoals het land zelf afschuwelijke maar ook prachtige kanten heeft.
Verandering moet van onderaf, van mensen zélf komen, denkt hij: wij,
buitenstaanders, kunnen beter kar-duwersdan kar-trekkers zijn. Anders
gezegd: de Guatemalteekse volgen en steunen in hún strijd voor
gerechtigheid...
Met een laatste groepsfoto, rondom de Guatemalteekse vlag, is dan een
einde gekomen aan onze reis. We gaan een paar uur slapen om vervolgens
om 02.30 naar het vliegveld te vertrekken. Daar begint de reis naar
huis.